2. Waar de kip het licht ziet in de broedmachien,
waar we ook nog bloemenkwekerijen zien,
waar een trots kasteel staat tussen spar en den,
daar is Hoevelaken, waar ‘k gelukkig ben.

3. Lieflijk dorpje in de Gelderse Vallei,
waar de koeien grazen in de groene wei,
waar de boeren zwoegen de gehele dag,
Jij, jij bent het plekje, waar ‘k graag wezen mag.

4. Waar de beek zich slingert als een zilverlint,
waar ik stoeid’ en speelde als een vrolijk kind,
daar wiegt langs de beken nog heel zacht het riet:
Hoevelaken, dorpje, jou vergeet ik niet.

Het volkslied ten gehore

Op een concert in Beco wordt Aly Lobel een keer gevraagd het lied over Hoevelaken te zingen. De aanwezige Hans Wentholt, die van 1978 tot 1986 wethouder is van Hoevelaken, had dit lied geschreven op de melodie van ‘Het Dorp’, gezongen door Wim Sonneveld. Maar Aly zingt een ander lied, het Volkslied van Hoevelaken.
Hans Wentholt is natuurlijk ‘verrast’ dat niet zijn lied ten gehore wordt gebracht, maar zingt sportief alle drie coupletten mee…

Op een feestavond van Vox Jubilans (‘Voor elck wat wils’) in november 1976 werd dat volkslied gezongen. De tekst is in 1955 door het hoofd van de openbare lagere school, Herman Kuiter, gedicht.
Ook de fanfare ‘Te Hoevelaken had het op het repertoire staan, naar verluidt. De muzieknoten die op hun vaandel staan zijn niet van dit volkslied, maar van een ander lied.

De muziek is weer uitgewerkt in een partituur voor koor en eenvoudige begeleiding en spontaan weer eens uitgevoerd op de nieuwjaarsreceptie van de Lions en Historisch Hoevelaken begin januari 2016, door leden van de cantorij van De Eshof.