….. 1813 – 2000, van boer tot fusie
De eerste burgemeesters van Hoevelaken zijn inwoners, die hier ook hun boerenbedrijf hebben. Ze kwijten zich van hun gemeentelijke taken naast het melken van koeien en het verbouwen van rogge en gerst.
De eerste burgemeesters van Hoevelaken zijn inwoners, die hier ook hun boerenbedrijf hebben. Ze kwijten zich van hun gemeentelijke taken naast het melken van koeien en het verbouwen van rogge en gerst.
De eerste burgemeester in Hoevelaken wordt benoemd in 1813. Zijn naam is Dirk Huurdeman, geen onbekende in het dorp. Huurdeman wordt op 18 december 1752 in Hoevelaken geboren en maakt al voor de eeuwwisseling deel uit van het toenmalige gemeentebestuur, de municipaliteit. Tevens is hij één van de huwelijkscommissarissen in Hoevelaken.
Rond de eeuwwisseling van de 18e naar de 19e eeuw vinden er de nodige herindelingen van provincies en wijzigingen van provinciegrenzen plaats, waardoor Hoevelaken in de decennia voor de eerste burgemeester onder verschillende districten valt. Een koninklijk decreet van 12 december 1808 bepaalt echter, dat in iedere gemeente een burgemeester en een vroedschap (college) moeten zijn. De burgemeester wordt maire genoemd en benoemd door het centraal gezag. Eén van de eerste maires is Anthony van Leeuwen. In 1813, het jaar van het herstel van de onafhankelijkheid, wordt Van Leeuwen opgevolgd door Dirk Huurdeman. Huurdeman blijft in zijn ambt tot aan zijn overlijden op 30 maart 1823.
Als opvolger van Dirk Huurdeman wordt in 1823 Peter van der Kieft aangesteld als burgemeester. Van der Kieft is op dat moment al gemeentesecretaris en zal dat naast zijn burgemeesterschap ook blijven.
Net als Dirk Huurdeman is Peter van der Kieft geen onbekende in het Hoevelakense dorpsleven. Ten tijde van de oude heerlijkheid is hij schout in Hoevelaken en in die hoedanigheid staat hij rond 1796 lijnrecht tegenover de toenmalige municipaliteit. De rooms-katholieke municipalen Dirk Huurdeman en Eldert Jan Blank beklagen zich uit naam van alle stemgerechtigden over de schout Peter van der Kieft, die geen voorstander is van een nieuwe constitutie en weigert mee te werken aan uitgeschreven verkiezingen en het afleggen van de eed op de nieuwe wetten. Van der Kieft vindt, dat de roomsgezinden in de nieuwe wetten te veel voorrechten zouden krijgen. Hoe dan ook, de neuzen staan niet dezelfde kant op, maar Van der Kieft blijft wel als schout actief en legt zich waarschijnlijk uiteindelijk toch neer bij de nieuwe constitutie. Hij wordt vanaf 1823 twee jaar burgemeester van Hoevelaken, totdat ook hij in het harnas sterft op 19 juli 1825. Zijn zoon, Hermanus van der Kieft, tevens onderwijzer, volgt hem op als secretaris. Wouter van der Glind wordt de nieuwe eerste burger van Hoevelaken.
De Meerveldlaan in Hoevelaken is één van de oudere straten in Hoevelaken. Deze straat is vernoemd naar Hendrik van Meerveld, die in 1840 Wouter van de Glind opvolgt als burgemeester van Hoevelaken. Van Meerveld is van oorsprong geen Hoevelaker. Hij wordt in 1791 geboren in Amersfoort en is landbouwer in Stoutenburg. In 1825 koopt hij van de erfgenamen van Eldert Blank hun boerderij met de daarbij behorende grond. Op 6 januari 1826 treedt hij in het huwelijk met Hendrikje Aalten Voskuilen (1787-1870).
Eenmaal in Hoevelaken neemt Hendrik van Meerveld al snel een vooraanstaande plaats in binnen de samenleving en behoort hij tot de notabelen. In de kerkelijke gemeente vervult hij de funktie van diaken en ouderling. Tevens neemt hij zitting in het gemeentebestuur.
Hendrik van Meerveld is de laatste ‘boerenburgemeester’ van Hoevelaken. Hij overlijdt in 1848.
Alle hiervoor genoemde burgemeesters zijn op het moment van hun benoeming inwoner van Hoevelaken. Naast hun (boeren)bedrijf houden zij zich bezig met gemeentezaken. Naderhand komt de wettelijke eis te vervallen, dat een burgemeester inwoner van zijn eigen gemeente moet zijn. Hoevelaken heeft daardoor een groot aantal jaren burgemeesters, die elders wonen. De eerste van hen is burgemeester C.A. Nairac, die ook al burgemeester is van Barneveld.
Carel August Nairac (6 december 1815 – 5 maart 1883) wordt in 1841 burgemeester van Barneveld en zal dat ambt vervullen tot aan zijn overlijden op 5 maart 1883. Drie jaar van zijn ambtstermijn heeft burgemeester Nairac een dubbelfunctie. Van 1848 tot 1851 doet hij Hoevelaken erbij.
Nairac wordt beschreven als een succesvol bestuurder, initiator van veel grote projecten binnen de Barneveldse gemeenschap, auteur van een aantal, in die tijd zeker, als ‘humoristisch’ beschouwde populaire geschiedkundige boekjes over zijn gemeente, een veel gevraagd redenaar en een sociaal bewogen mens.
Hoe Nairac het doet als burgemeester van Hoevelaken en op welke wijze hij Hoevelaken erbij doet, daarover is nog geen informatie gevonden. Het kan bijna niet anders, dat deze energieke man ook Hoevelaken op serieuze wijze heeft bestuurd.
Wouter Francois van Kuyk is vijf jaar burgemeester van Hoevelaken, voordat hij als burgemeester naar Beusichem vertrekt. Aldaar vervult Kuyk zijn ambt maar liefst achttien jaar en krijgt hij zelfs een straat naar hem vernoemd.
Carel Frederik Herman Frezie (1828 – 29 juli 1862) is pas 28 jaar, wanneer hij in Hoevelaken wordt benoemd tot burgemeester. Zes jaar lang zal hij burgemeester blijven, totdat hij op 34 jarige leeftijd in Nijkerk overlijdt.
De naam van burgemeester Frezie kom je zo nu en dan wel ergens tegen. Zoals in onderstaand artikel van de Amersfoortse Courant van 25 augustus 1857 bijvoorbeeld.
In het gemeente-locaal en de openbare school, waarnaar in dit artikel wordt verwezen, wordt in 1858 een gevelsteen gemetseld, waarop wordt herinnerd aan burgemeester Frezie uit die tijd. Deze gevelsteen, net zoals de gevelsteen met de naam van A.J. Baron Schimmelpenninck van der Oye, wordt tijdens de sloop van het gemeentehuis en de openbare school rond 1955 bewaard en krijgt in juni 2007 een plaats op het Van Aalstplein.
In het gemeente-locaal en de openbare school, waarnaar in dit artikel wordt verwezen, wordt in 1858 een gevelsteen gemetseld, waarop wordt herinnerd aan burgemeester Frezie uit die tijd. Deze gevelsteen, net zoals de gevelsteen met de naam van A.J. Baron Schimmelpenninck van der Oye, wordt tijdens de sloop van het gemeentehuis en de openbare school rond 1955 bewaard en krijgt in juni 2007 een plaats op het Van Aalstplein.
Assueer Jacob Baron Schimmelpenninck van der Oije (1835 – 1915) is een prominent lid van een familie, waarvan gezegd wordt, dat die zich wellicht het meest van alle eigenaren van de heerlijkheid inlaat met het wel en wee van het dorpsgebeuren. Dat gebeurt onder andere door de aankoop van nogal wat boerderijen en landerijen. Daarin zal meespelen, dat de heerlijkheid jaren in handen is van een weduwe, die veel tijd aan ‘haar’ dorp kan besteden. Dat in tegenstelling tot de Heren, die veelal een militaire loopbaan hebben en de dorpsbelangen vaak bijzaak vinden.
Assueer Jacob is de zoon van deze weduwe Schimmelpenninck van der Oije. Hij heeft een levendige belangstelling voor het boerenleven. Van hem zijn papieren bekend, waarin hij minutieus uitrekent hoeveel winst bepaalde koeien of varkens opleveren. Rapporten daarover, van alle door hem bezochte boerderijen van zijn moeder, zijn bewaard gebleven.
In 1862 wordt Assueer Jacob Baron Schimmelpenninck van der Oije voor vier jaar burgemeester van Hoevelaken. Hij blijft dan nog wel een tijdje de exploitatie van boerderij Leijenhorst doen. In oktober 1866 wordt A.J. Baron Schimmelpenninck van der Oije benoemd tot burgemeester van Nijkerk en krijgt hij eervol ontslag als burgemeester van Hoevelaken. Kort daarvoor is hij tevens gekozen als lid van de Provinciale Staten van Gelderland.
Burgemeester Joost Hendrik Krudop (1839 – 26 april 1912) kent een ander nevenbestaan dan zijn ‘boeren’ voorgangers. Zo valt in het Weekblad voor Amersfoort en omstreken van 4 oktober 1873 te lezen, dat Krudop per 11 november 1873 wordt aangesteld als plaatsvervangend kantonrechter in Nijkerk.
Over het reilen en zeilen van Krudop als burgemeester van Hoevelaken wordt nog naarstig gezocht. In de kranten uit die tijd is vooralsnog niet meer gevonden dan zijn benoeming en herbenoeming als burgemeester van Hoevelaken, alsmede een overlijdensadvertentie.
Net als zijn voorganger A.J. Schimmelpenninck van der Oije zet Krudop zijn loopbaan als burgemeester voort in Nijkerk. In december 1874 vindt zijn benoeming plaatst.
Jonkheer G.W.H. Mollerus is verreweg het kortst burgemeester van Hoevelaken, nog geen half jaar. Op 4 januari 1875 meldt de Amersfoortsche Courant, dat Mollerus is benoemd als burgemeester van Hoevelaken. Op 12 juni 1875 maakt diezelfde krant melding van de benoeming van zijn opvolger, G.G. Akersloot. De vogel is dus snel gevlogen. Mollerus treedt in dienst als gemeentesecretaris in Harderwijk. In die betrekking blijft hij van 31 mei 1875 tot 8 april 1882. Daarna wordt hij gemeentesecretaris in Apeldoorn, waar Gustaaf Willem Hendrik Mollerus op 13 april 1907 een oorkonde krijgt vanwege het 25-jarig ambtsjubileum als gemeentesecretaris.
Gooswinus Gerardus Akersloot (10 juni 1843 – 16 oktober 1929) wordt in juni 1875 benoemd tot burgemeester van Hoevelaken. Een maand later wordt hij tevens benoemd tot secretaris. Deze dubbelrol vervult Akersloot zeven jaar, tot 1 maart 1882 wanneer hem, op eigen verzoek, eervol ontslag wordt verleend.
Seino Anne Karel baron van Nagell (25 oktober 1856 – 9 juni 1924) wordt in maart 1882 benoemd tot burgemeester van Hoevelaken en zal dat blijven tot aan zijn benoeming als burgemeester van Warnsveld per 15 november 1889. Hij komt als ongehuwd man naar Hoevelaken en trouwt daar in juni 1885 met M.J. baronesse Schimmelpenninck van der Oije.
Zaterdag l.l. hield het Hoofd der gemeente na de terugkomst van zijne huwelijksreis zijn plechtigen intocht in de gemeente, valt er te lezen in de Nieuwe Amersfoortsche Courant van 17 juni 1885. Aan de grens werd dit Hooge echtpaar opgewacht door eene eerewacht te paard en zoo trok de stoet, bestaande uit verscheidene familie-rijtuigen, eerst naar ‘t Huis Hoevelaken, waar tal van meisjes een regen van bloemen op de Jonggehuwden deden neerdalen, en vervolgens door de hele lengte der gemeente. Het gansche dorp was met vlaggen en groen betooid; tal van eerebogen waren opgericht; de leerlingen der beide scholen zongen een welkomstgroet; het geheel had een recht feestelijk aanzien en gaf den indruk van eene algemeene belangstelling in huwelijksgeluk.
In Hoevelaken krijgt het echtpaar Van Nagell drie kinderen.
Wanneer het echtpaar verhuist naar Warnsveld komen er nog twee dochters en een zoon.
Herman Hattink mag acht jaar de gemeente Hoevelaken aanvoeren voordat hij wordt benoemd als burgemeester van de gemeente Dinxperlo (tot 1910) en Valburg (1910-1918). Hij komt als burgemeester echter niet in Hoevelaken wonen, want bij Koninklijk Besluit krijgt hij toestemming om zich per 1 mei 1891 in Nijkerk te vestigen.
Marcus van Heloma (1866 – 1944) is tien jaar burgemeester van Hoevelaken rond de eeuwwisseling van de 19e naar de 20e eeuw. Marcus van Heloma III, of Marcus III van Heloma, zoals hij ook wel wordt beschreven, is naast burgemeester tot 1906 tevens secretaris van de gemeente Hoevelaken.
Marcus van Heloma woont tijdens zijn ambtsperiode in Amersfoort, waarmee hij een sterke band heeft. Zo is hij onder anderen van 1909-1933 en van 1939-1944 regent van ‘De Armen de Poth’. Tevens is Van Heloma van 1913 tot 1932 lid van het kapittel van Sint Joris.
Anton Eduard van Arkel (21 december 1876 – 11 juni 1966) wordt geboren als zoon van de predikant Jan Dirk van Arkel en Cornelia Charlotta Pijnacker Hordijk. Na zijn gymnasiumopleiding begint hij zijn loopbaan als volontair bij de gemeentesecretarie van de gemeente Elst. In 1902 wordt hij benoemd tot gemeenteontvanger in Hoevelaken. Vanaf 1904 combineert hij die functie met die van gemeentesecretaris.
Blijkbaar doet hij zijn werk zo goed, of is hij zo geliefd, dat de inwoners van Hoevelaken in augustus 1907 een verzoekschrift voorbereiden aan H.M. de koningin, om Van Arkel te benoemen tot burgemeester.
Van Arkel woont bij zijn aanstelling als burgemeester in Amersfoort. In 1908 laat de Nederlands Hervormde Kerk echter een statige villa bouwen, De Zonnehoeve, bedoeld als burgemeesterswoning. Burgemeester Van Arkel is de eerste burgemeester, die deze villa huurt.
In zijn tijd als burgemeester alhier, wordt er in Hoevelaken een gymnastiekvereniging opgericht, die zijn naam zal dragen: ARKEL: Allen Rap, Krachtig En Lenig.
Van Arkel blijft burgemeester van Hoevelaken tot 1917. Daarna wordt hij burgemeester van Ruurlo, waar hij op eigenverzoek per 1 januari 1942 eervol wordt ontslagen.
Op 19 en 21 september 1917 melden de Amersfoortse kranten de benoeming van jonkheer P.A. (Paulus Andries) van Eys als opvolger van burgemeester Van Arkel. Ook hij huurt als burgemeester De Zonnehoeve, waarvoor hij in 1923 het bedrag van 616 gulden per jaar betaalt. In 1925 verzoekt hij het huis te mogen aansluiten op ‘de electrische geleidingen’, vanwege de spoedige ‘electrificatie van de gemeente’.
In de Tweede Wereldoorlog gaat Van Eys als bestuurder kopje onder. In 1943 arresteert de Duitse politie hem en zijn Duitsgezinde veldwachter Van Es en nemen hen mee voor verhoor naar de Weteringschans in Amsterdam. Uit die periode dateert het verhaal, dat zijn dochter, freule Van Eys, een vrijgeleide krijgt naar de gevangenis om haar vader te bezoeken. Zij onderneemt de reis naar Amsterdam om bij haar vader de sleutel van de gemeentekas te halen. Die sleutel had Van Eys blijkbaar nog op zak, waardoor, zo wil het verhaal, de gemeente niemand kon uitbetalen. Na enkele weken komen Van Eys en Van Es weer vrij en hervatten ze hun werk.
Plotseling verdwijnt de burgemeester echter, om pas na de bevrijding weer op te duiken. De commissaris van het Militair Gezag beslist op 9 mei 1945, dat Van Eys niet zal terugkeren als burgemeester. Hij krijgt oneervol ontslag, waarvoor de motivatie ontbreekt. Van Eys doet nog wel een beroep op rechtsherstel, maar de minister wijst dat verzoek op formele gronden af.
W.H. van de Graaff (1945-1947) wordt waarnemend burgemeester, totdat een nieuwe ambtsdrager is aangesteld.
Jonkheer Steven Mathijs Snouck Hurgronje (20 februari 1913 – 8 juni 1998) wordt op 16 februari 1947 burgemeester van Hoevelaken. Hij blijft dat tot 16 juni 1958, wanneer hem eervol ontslag wordt verleend om burgemeester te worden van de gemeente Avereest.
Ernst Philippus Veen (23 september 1924 – 27 april 2006) zit tijdens de Tweede Wereldoorlog in het verzet en is in die tijd tevens genoodzaakt onder te duiken. Als politicus van de CHU en later het CDA wordt Ernst Veen in december 1958 benoemd tot burgemeester van Hoevelaken. Veertien jaar blijft hij Hoevelaken trouw, om daarna als burgemeester te vertrekken naar Ermelo, waar hij zijn ambt zelfs zeventien jaar vervult.
Frans Hoekstra (23 november 1926 – 2 augustus 1983) is eigenlijk predikant en wordt pas later namens de PvdA politicus. Op 1 november 1972 wordt Hoekstra burgemeester van Hoevelaken en precies acht jaar later volgt zijn benoeming tot burgemeester van Lochem.
Henk Jager is burgemeester in Geldrop, wanneer hij in 1981 wordt benoemd tot burgemeester in Hoevelaken. Zes jaar blijft hij ons dorp trouw, waarna hij burgemeester wordt in de plaats Neede. In Neede haalt Henk Jager zijn pensioen in 1997.
Marianne Hendriksen-Ansing is de eerste vrouwelijke burgemeester van Hoevelaken. Haar ambtsperiode eindigt op 1 januari 2000, wanneer Hoevelaken haar zelfstandigheid kwijtraakt na een fusie met de gemeente Nijkerk. Zij is daarmee tevens de laatste burgemeester van Hoevelaken. Op de foto van 15 april 1989 wacht Marianne Hendriksen op de trap van het gemeentehuis op de voetballers van sc Hoevelaken, die eerder die dag kampioen zijn geworden.