De sigarettenkwestie
Zo kort na de oorlog is het niet eenvoudig om festiviteiten te organiseren voor eind augustus 1945. Echter: waar een wil is, is ook een weg, en dus steekt men eensgezind de handen uit de mouwen.
De contributie, vergezeld van een extra bijdrage, wordt bij de leden opgehaald. Een speciale toewijzing van de distributiekring Nijkerk, aangevuld met de door de leden afgestane ingrediënten, levert net genoeg boter, suiker en meel op om het bakken van 900 koeken voor de schooljeugd mogelijk te maken. De middenstand stelt prijzen beschikbaar en zelfs de bevrijders dragen hun steentje bij. Van het Canadese leger worden prijzen ontvangen in de vorm van blikjes vlees, blikjes vis en 300 sigaretten.
De georganiseerde festiviteiten (kinderfeest, volksspelen en een optocht) blijken zeer geslaagd, mede dankzij de grote publieke belangstelling. Toch zijn het festiviteiten met een enigszins wrange bijsmaak, want bij de prijsuitreiking heeft niemand ook nog maar iets van de aangeboden sigaretten gezien. Daardoor komt er een geruchtenstroom op gang, die tijdens een extra algemene ledenvergadering wordt ontzenuwd. Het bestuur deelt in alle eerlijkheid mede, dat de sigaretten onder de bestuursleden zijn verdeeld, omdat deze veel tijd en energie hebben gestoken in de organisatie van de festiviteiten en bovendien niet in aanmerking komen voor mededinging naar de beschikbaar gestelde prijzen. Het bestuur ontkomt ternauwernood aan een motie van wantrouwen, maar nog voor de jaarwisseling zal blijken dat deze affaire toch enkele bestuursleden tot diep nadenken heeft gebracht. Zij menen, dat het onder de gegeven omstandigheden het beste is om de eer aan zichzelf te houden en kondigen hun aanstaande aftreden aan. Dit voornemen trekt ook de overige bestuursleden over de drempel. Medio maart 1946 treedt het voltallige bestuur af en een nieuw bestuur, bestaande uit de heren W.A. van Nimwegen, M.J. van Breda, J. Beitler, J.B. Mannee A.J. van Lierop, G. van der Kuilen en mevrouw E. van der Geld, neemt de leiding van de vereniging over.
Bijna twee decennia lang weten de diverse besturen rust in de gelederen te houden. De Oranjevereniging Hoevelaken weet zich daarmee een niet meer weg te denken plaats binnen de gemeenschap te verwerven.
In deze rust worden er tal van initiatieven ontplooid. Zo komt er onder aanvoering van de Oranjevereniging in Park Weldam een gedenkteken ter nagedachtenis van de gesneuvelde Canadese soldaat en wordt er in de Schimmelpenninck van der Oyeschool een gedenkteken onthuld ter nagedachtenis aan meester Tromp, die in 1942 als verzetsstrijder het leven laat. Met deze beide onthullingen zijn ongemerkt de plaatsen vastgelegd, waar in de toekomst de jaarlijkse dodenherdenkingen moeten plaatsvinden. Jaarlijks zullen in het programma de data 4 mei (dodenherdenking) en 5 mei (Bevrijdingsdag) worden opgenomen.
Februari 1947 is een drukke maand voor de Oranjevereniging. Op 18 februari, de geboortedag van H.K.H. prinses Christina, wordt op de dichtgevroren vijvers in het Hoevelakense Bos een ijsfeest gehouden. De nieuwe beschermheer, mr. N.J. van Aalst, spreekt daarover zijn waardering uit.
Vier dagen later wordt de nieuwbenoemde burgemeester, S.M. Snouck Hurgronje, ingehaald.