Bouwlust

In de serie over De eerste steenlegging zijn al diverse gevelstenen langsgekomen, voornamelijk uit de vorige eeuw, variërend van 1936 tot 1987, en recentelijk één uit 2013. De oudste gevelsteen is echter nog niet beschreven en die stamt uit de 19e eeuw. Op 13 juli 1876 legde Hendrik Doornekamp op zijn tiende verjaardag de eerste steen voor (de verbouwing van?) boerderij Bouwlust. De boerderij is aan het eind van de zestiger jaren gesloopt ten faveure van winkelcentrum De Wiekslag, maar de gevelsteen is bewaard gebleven. Met dank aan René Doornekamp en zijn broer Wout. “Mijn broer heeft de steen willen bewaren en waarschijnlijk vóór of tijdens de sloop van Bouwlust uit de muur gehaald”, denkt René. “Die steen is bij mijn moeder terecht gekomen en uiteindelijk bij mij in de tuin. Ik heb de steen opgeknapt en iemand heeft er een mooie lijst omheen gemaakt. Mocht ik hier vertrekken, dan gaat de steen naar Historisch Hoeflake.”

De gevelsteen en de steen met datum zijn door René Doornekamp in het voorjaar van 2023 geschonken aan Historisch Hoeflake.

Bouwlust

De huidige Wiekslag maakte vroeger deel uit van een boerenerf, waarop boerderij Bouwlust een plaats had daar waar nu de entree vanaf de Westerdorpsstraat tot de Wiekslag is. Boerderij Bouwlust is in de jaren zestig van de vorige eeuw gesloopt is ten faveure van ons winkelcentrum.

Bij onderzoek in geschreven bronnen blijkt dat dit perceel vroeger een andere naam heeft gehad. In het kerkarchief wordt vermeld dat de eigenaar van de boerderij elk jaar een ‘uitgang’ van 24 stuivers was verschuldigd aan de pastor. In 1559 wordt deze betaald door Franck Herbertsz; zijn bezit wordt dan aangeduid met de naam Ruytenbeekx vierdel. Rond 1700 betaalde Heymen Zegersse deze ‘uitgang’. Van 1704 tot 1757 staat Siebert van Bakkenes te boek als betaler.

Naar hem (en zijn familie) wordt de boerderij in 1785 genoemd het erf Den Bakkenes. Van Siebert van Bakkenes is het bezit waarschijnlijk overgegaan op ene Aris van Bakkenes. Als latere eigenares is namelijk bekend zijn dochter Stijntje. Zij trouwt met de uit Bunschoten afkomstige Louw Huijgen Klaaszoon (van Eemdijk); 4 mei 1765. Hun nageslacht heeft de boerderij lange tijd in bezit gehad. Het bedrijf beslaat dan een aanzienlijk oppervlakte: van de Hoevelakense Beek tot aan de Laak, aan de westzijde begrensd door De Eshof, aan de oostzijde door het Koppertjesland.

Twee bedrijven werden op de grond gebouwd: de oorspronkelijke boerderij aan de dorpsstraat en -later, in ieder geval na 1832- één aan de Veenwal, nu bekend als Veenwal 5.

Van Louw Huijgen vererft het hele Hoevelakense bezit op zijn jongste zoon Gerrit, die op 15 februari 1773 werd geboren. Hij verpacht de boerderij, even als zijn vader dat gedaan heeft en zijn kinderen dat óók zullen gaan doen.

Van Louw Huijgen vererft het hele Hoevelakense bezit op zijn jongste zoon Gerrit, die op 15 februari 1773 werd geboren. Hij verpacht de boerderij, even als zijn vader dat gedaan heeft en zijn kinderen dat óók zullen gaan doen.

In 1780 is als pachter bekend Willem Geurtsen. Na het overlijden van Gerrit Huijgen in 1841 blijft de nalatenschap lange tijd, tot 1852, onverdeeld tussen zijn weduwe, Evertje Niezen en zijn kinderen. In dat jaar worden de beide boerenhofsteden toebedeeld aan zoon Hendrikus, geboren op 3 juli 1824. In 1871 gaat deze over tot de verkoop van de boerderij aan de dorpsstraat. Bij het boerenerf, Huijgenserf genaamd, wordt mee verkocht alle grond ten zuiden van de dorpsstraat. De boerenwoning met achterhuis, bakhuis, schuren, schapenhok en 2 hooi- of korenbergen, nevens hofstede, tuin, boomgaarde en tiendplichtige bouw- en weilanden met houtgewas worden voor een bedrag van 10.270 gulden aan de Hoevelakense landbouwer Wouter Doornekamp verkocht. De notariële akte die van de overdracht is opgemaakt, wordt getekend in het bijzijn van 2 dorpsnotabelen als getuigen:  hoofdonderwijzer Jonathan Bastiaan Nijhoff en veldwachter Jan Hendrik de Visser.

Vanaf 1871 loopt de geschiedenis van de 2 boerderijen op Huijgenserf uiteen. In dit artikel richten we ons op de vanouds belangrijkste boerderij, die aan de dorpsstraat. Doornekamp heeft de naam van zijn aanwinst veranderd in ‘Bouwlust’. Wellicht heeft er rond 1876 een verbouwing plaatsgevonden, waarbij de gevelsteen is geplaatst.

De naamswijziging staat vermeld in de boedelscheiding die in 1899, na het overlijden van zijn echtgenote Grietje van Hell, getekend wordt. Daarbij wordt de boerderij weer toegedeeld aan Wouter Doornekamp zelf.

In augustus 1899 draagt Wouter Bouwlust over aan zijn zoon Hendrikus (van de eerste steenlegging?), ook boer van beroep, en zijn ongehuwde dochter Evertje. Zij zetten het bedrijf van hun vader samen voort. De koopsom bedraagt 12.160 gulden. Hun ondernemerschap duurt niet heel erg lang: op 25 november 1908 organiseren zij een ‘erfhuis’ op de boerderij; alle tot het boerenbedrijf behorende goederen worden in het openbaar verkocht. Boerderij en grond worden verhuurd aan Antje Walet, de weduwe van Jan Roersen. De eerste 3 jaar zal zij 480 gulden aan huur per jaar betalen, de tweede periode van 3 jaar wordt dat  500 gulden.. Op 6 juli 1919 komt Evertje te overlijden. Zij laat haar aandeel in de boerderij na aan haar broer Hendrikus. Twee jaar later, 26 oktober 1921, acht ook Hendrikus de tijd gekomen om het boerenbedrijf van de hand te doen. Het was toen (sinds 1915) verhuurd aan Teunis van Ekeris. Bouwlust wordt dan verkocht aan Willem van Duinkerken, die tot dat moment ‘boerde’ op De Lagebrink. Voor 24.500 gulden wordt hij nu eigenaar van de boerenhofstede genaamd Bouwlust. De omschrijving van de opstallen luidt nog hetzelfde als in 1871. De nieuwe eigenaar betrekt de boerderij zelf. Hij gaat er toe over om verschillende perceeltjes grond, langs de dorpsstraat  gelegen, te verkopen. Zo zijn in 1922 de eerste percelen ontstaan waaruit de winkels in het centrum van het dorp zijn gebouwd. Willem wordt als boer opgevolgd door zijn zoon Gerrit, die melkboer is: met paard en wagen vent hij zijn zuivel uit. In de jaren 60 van de 20e eeuw wordt de boerderij met het daarbij behorende land opgeofferd aan de dorpsuitbreiding. In 1966 wordt vergunning verleend voor de bouw van de eerste winkels op de Wiekslag. Aan de noordzijde van de dorpsstraat wordt in 1979 het (nieuwe) dorpshuis gerealiseerd.

Onder de familie Van Duinkerken wordt het land ten zuiden van de Horstwetering van het moederbedrijf afgesplitst. Daar wordt in 1930 een nieuwe boerderij gebouwd voor Hijmen van Duinkerken, de zoon van Willem. Ook deze boerderij kreeg de naam Bouwlust.

(Bron van dit verhaal: Hoevelaken 1132-1982, 2e herziene druk, van mr. A. Veldhuizen)