Dodenherdenking in Hoevelaken heeft al jaren een succesvol format. De opkomst van de piper en drummer van The Seaforth Highlanders of Holland; een praatje namens de gemeente, dit jaar door wethouder Mariëlle Broekman; een praatje over de Tweede Wereldoorlog, dit jaar door Gijs de Vries; een kleine voordracht, dit jaar een gedicht dat voorgelezen werd door Laura Hazeleger; alles met een muzikale omlijsten door Maaike Peters (cello) en Anna Steenhuis (viool). Vervolgens de stille tocht naar het monument op Park Weldam voor de krans- en bloemleggingen.

Niet voor het eerst was het hoofdverhaal tijdens de herdenking voor Gijs de Vries, die al jaren onderzoek doet naar de gebeurtenissen in WOII in onze regio. Dit jaar ging het verhaal over Annie’s litteken:

Ieder van ons heeft een litteken. Het kan een litteken zijn, dat fysiek en zichtbaar is, maar ook een onzichtbaar litteken dat ontstaan is na een gebeurtenis die onze ziel diep verwond heeft.

Je kunt het zichtbare litteken door een operatie of het zetten van een tattoo onzichtbaar te maken. Het maakt het leven dan gemakkelijker.

Anders is het met het litteken van de wond op onze ziel. Verschillende therapeutische behandelingen kunnen verlichting brengen. De littekens worden minder voelbaar, maar ze verdwijnen niet.

We herdenken vanavond de slachtoffers, burgers en militairen, van een oorlog die ook bij veel nabestaanden verschrikkelijke littekens veroorzaakt heeft. Annie was zo’n nabestaande. Ze moest omgaan met het verhaal achter het litteken. Een litteken dat werd verzwegen, maar nooit verdween.  

Tijdens deze herdenking wil ik aan de hand van verhaal van Annie de geschiedenis dichterbij brengen. Het gebeurde niet ver weg. Het speelde zich af in onze omgeving. Annie was één van ons.

Enkele jaren geleden, tijdens de presentatie van mijn boek “In het spoor van een politieman in oorlogstijd”, was Annie er opeens. Ze was mee gekomen met een neef van Wouter van de Kleut, de politieman waarover het in mijn boek ging. 

We raakten in gesprek. “Ik heb hem goed gekend”, zei ze. “Ja, we zijn verschillende keren bij hem op thuis op bezoek geweest.”

Omdat er op dat moment geen gelegenheid was om door te praten, maakten we een afspraak om elkaar opnieuw  te ontmoeten. Niet veel later zat ik bij haar in haar nieuwe appartement in Zwartebroek en luisterde naar haar verhaal.

Het begon in Amsterdam. Op 26 juli 1934 trouwden Andries Goldberg met Sara Coppenhagen. Hij was kleermaker, zij kunstenares en toneelspeelster. Ze betrokken een woning op tweede etage van Nieuwe Prinsengracht 20.

Bijna 4 jaar na hun huwelijk werd op 5 april 1938 hun dochtertje geboren. Ze vernoemden haar naar de grootouders, Engelina Johanna. Moeder en kind verbleven tijdelijk in het Portugees Israëlisch Ziekenhuis.

Toen Annie twee was, vielen de troepen van Hitler ons land binnen. Dit zal ongetwijfeld aan Annie voorbijgegaan zijn. Maar niet aan haar ouders. Zij wisten als geen ander welk gevaar zij als Joods gezin liepen. Zij hebben ongetwijfeld gehoord dat sommigen van hun gemeenschap uit wanhoop een eind aan hun leven maakten.

Desondanks probeerden zijn er met hun gezin het beste van te maken. Ze gingen regelmatig op bezoek bij familie. Bezochten de speeltuin en maakten uitjes. Annie weet nog te vertellen dat Sinterklaas op bezoek kwam. Haar moeder was kort tevoren even weggegaan om een boodschap te doen. De stem van de Sint leek wel erg op die van haar moeder.

Annie kan de viering van haar 5e verjaardag nog goed herinneren. Er waren veel vriendjes/ vriendinnetjes en familie, het was feestelijk. Ze weet nog dat ze allemaal een Jodenster droegen.

Enkele dagen daarna nam ze afscheid van haar ouders. Ze werd door haar tante opgehaald en naar haar oma in Hilversum gebracht.

Haar ouders hebben geweten dat het een afscheid voor altijd zou kunnen zijn. Zij moesten gehoor geven aan de oproep zich te melden en wilden hun enig kind sparen. Begin april 1943 bracht de trein hen naar kamp Westerbork. Het kamp, van waaruit op dinsdag een trein naar een vernietigingskamp vertrok. Eerst naar Mauthausen, daarna naar Auschwitz. Op 10 maart 1943 vertrok de eerste trein naar het Poolse Sobibor. Die eerste trein naar Sobibor bestond uit personenwagons. De trein van 17 maart -een week later- had alleen nog goederenwagons.

Op 1 juni 1943 vertrok een trein met 3006 Joodse vrouwen, mannen en kinderen aan boord. Volgepropte goederenwagons. Een emmertje als toilet, nauwelijks eten of drinken. Op elkaar gepropt. Geen plek om te liggen. Onder hen ook Andries en Sara, de ouders van Annie. Op 4 juni kwamen ze na een verschrikkelijke reis in Sobibor aan.

Nog dezelfde dag moesten 3005 Joodse vrouwen, mannen en kinderen zich ontkleden en naakt over het terrein naar één van de zes “doucheruimtes” lopen. Elke “douche” had een capaciteit van 500 personen. Uit de trein, naakt naar de gaskamers om gewetenloos vermoord te worden.

Slecht één man, Jules Schelvis, werd als dwangarbeider uit de groep gehaald. Hij overleefde en schreef indringende boeken over zijn ervaringen.

Onder de passagiers van de trein die op 29 juni 1943 bevond zich Michel Vellman. Hij was goochelaar / illusionist. Hij trad op onder de naam Ben Ali Libi. Willem Wilmink schreef een gedicht over hem.

In dezelfde periode dat de trein met de ouders van Annie in Sobibor aankwam, werd Annie door Gerrit van de Born, de opvolger van de Hoevelakense verzetsstrijder Frans Tromp, in Hilversum opgehaald.

Hij zette zich in voor hulp aan Joden en Joodse kinderen. Annie kreeg onderdak bij de familie Top in Appel. Haar werd duidelijk gemaakt dat zij haar naam niet mocht noemen. Zwijgen was het veiligste. Ze mocht er eigenlijk niet zijn. Ze bleef haar hele leven op de achtergrond. Stond, hoewel zij klein was stuk was, nooit vooraan. Als Jodin kreeg Annie een Christelijke opvoeding. Toen er eens in de buurt gebombardeerd werd, zei vader Top “We kunnen nu alleen nog maar bidden.” Annie vouwde haar handen en bad: “Here zegen deze spijze, amen”. Zo had ze het geleerd.

Later verhuisde de familie naar Zwartebroek. Langzaam maar zeker kreeg ze wat meer zelfvertrouwen. Ze trouwde in 1960 met haar buurjongen Herman van de Kleut. Samen kregen ze 6 kinderen. Een delegatie van de familie zal straks naar oud Joods gebruik bij het monument een steentje leggen.

Tot 2014 (ze was toen 76!) droeg Annie in stilte haar litteken. Mede door haar kinderen ertoe aangezet, ging ze op zoek naar haar verleden. Slechts één broer van haar moeder had de oorlog overleefd. Annie liet me de stamboom van haar familie zien. Ik telde: 52 vermoord in Sobibor, 60 vermoord in Auschwitz, Mauthausen, Bergen Belsen.

“Ik ben in Sobibor geweest”, zei ze. “Ik heb de berg met kiezels, die symbool staan voor de as van de 170.000 Joden die daar vermoord zijn, gezien. Wat hebben ze veel mee moeten maken. Wat bijzonder dat ik gespaard gebleven ben. Ik ben dankbaar voor alles. Ik heb kinderen, kleinkinderen. Ik heb een familie.”

Op woensdag 7 december 2022 stond ik rond 7 uur ’s avond buiten in een lange rij voor de Gereformeerde kerk in Zwartebroek om afscheid te nemen van Engelina Johanna van de Kleut- Goldberg. Ik was al vroeg gegaan, omdat ik dacht dat het wel eens druk kon worden. Maar zo druk had ik niet verwacht. Het leek wel of het hele dorp was uitgelopen om haar een laatste groet te brengen. Ze waren gekomen om afscheid te nemen van een vrouw die in stilte met haar littekenen geleefd had, dat in het teken stond van bescheidenheid, goedheid, eenvoud, eerlijkheid, geloof en betrokkenheid. Om stil van te worden.

En nu? Wat doen we met dit verhaal? We zeggen: Nooit meer oorlog. Het bombardement van Rotterdam in 1940 was niet het laatste in de geschiedenis. Er zullen altijd mensen blijven die anders handelen. Ik noem in 2024: Oorlog in Somalië, Myanmar, Zuid-Soedan, Syrië, Nigeria, Oekraïne, Gaza.

We zeggen nooit meer Jodenvervolging. Tijdens de oorlog zijn 102.000 van de 140.000 Joden in Nederland omgebracht. Dat is 73%.

Maar steeds vaker wordt van de vrijheid misbruik gemaakt. Ik laat de feiten voor zichzelf spreken

Straks zullen we om  20.00 uur in Nederland – hoop ik –  samen twee minuten stil zijn. Op deze 4e mei gaan onze gedachten naar de Nederlandse burgers en militairen, die sinds de Tweede Wereldoorlog door geweld, waar ook ter wereld, om het leven zijn gekomen. De gesneuvelde soldaat; de verzetsvrouw of man die gefusilleerd werd en de ouders van Annie, die deel uit maakten van bijna 6 miljoen Joden die tijdens de Holocaust vermoord werden.

Als je dit op je laat inwerken kun je niet anders dan stil zijn. Wij mogen hen, ieder met onze eigen gedachten, met eerbied en respect in stilte gedenken en herdenken.