De ‘Stuwraad’, waarin het verenigingsleven in Hoevelaken is vertegenwoordigd, komt er onderling niet uit wat die vernieuwing van waarden dan moet zijn. Zij verzoekt in april 1963 dezelfde Stichting die de bouw van De Stuw begeleidde dan maar een onderzoek te doen naar de gewenste veranderingen, en de belemmeringen daarbij. Die heeft veel tijd nodig, en na 2,5 jaar, in oktober 1965 wordt het onderzoeksrapport ‘Hoevelaken verandert en werkt’ openbaar. Het moet een zware bevalling zijn geweest, ook de titel.
Dit rapport wordt vervolgens pas 8 maanden daarna besproken, na de reguliere raadsvergadering van 23 juni in Gemeentehuis Hoevelaken. Het kan dan een hele zomer ‘bezinken’.
Burgemeester Veen, verzoekt de inwoners van Hoevelaken die op publieke ‘tribune’ zitten te blijven zitten en te participeren in de bespreking en discussie die zal volgen. Uit het latere verslag blijkt niet duidelijk of er nu ook discussie mogelijk is tussen raadsleden en burgers, maar het lijkt er op dat Veen hiermee een stukje democratische vernieuwing heeft willen toepassen, ter bevordering van de gemeenschapsopbouw in Hoevelaken. Of is er sprake van een ‘impasse’ die alleen zo doorbroken kan worden? De mentale en culturele tegenstellingen tussen ‘oude’ en nieuwe bewoners komt natuurlijk weer naar voren, maar er is ook besef dat men het samen moet doen. Er wordt daarom veel gepleit voor coördinatie, en die is er kennelijk vanuit de Gemeente nog niet of nauwelijks. Er is geen goede afstemming van de activiteiten van de diverse verenigingen in De Stuw, bijv. te veel concerten binnen korte tijd. Deken Hoorneman, pastoor van de Paulusparochie pleit voor meer vrouwen in de commissies en besturen. Een oud-Hoevelaker zegt dat Hoevelakers eerst de kat uit de boom kijken, en dat bepaalde verenigingen staan of vallen met een goede voorzitter. De consulent van de Stichting tot Ontwikkeling van de N-W Veluwe, de heer De Graaf, ontkent dat: als het van de voorzitter afhangt, is er iets fout in zo’n vereniging, maar beaamt wel dat het gaat om een compromis te vinden tussen nieuwe en oude waarden in het verenigingsleven in Hoevelaken.
Voorlopig blijft de ‘Stuwraad’ het gremium waar men elkaar kan spreken en afspraken kan maken, en in 1968 wordt Vox Jubilans dan ook lid van de De Stuw en daarmee uiteindelijk medeverantwoordelijk voor het gebouw en de exploitatie. Er is een fors bestuur van 10 leden, en de vereniging telt op dat moment 27 plaatselijke verenigingen als lid, zoals sportverenigingen, een ondernemersvereniging, politieke partijen, maatschappelijke verenigingen, zoals de Volksuniversiteit, en de Padvinderij. In april 1969 wil de “Rooms-Katholieke Gemeenschap” ook lid worden. Er is eind jaren ’60 ‘gedoe’ met huurders, beheerders-echtparen en de financiën, en al na een jaar of acht blijkt het gebouw eigenlijk te klein. Zelfs een kleuterschool huurt een lokaal, en ’s zondags ‘kerken’ naast de gereformeerden vanaf eind 1969 ook de afgescheiden groep uit de Dorpskerk in De Stuw. De Stuw draait toch met verlies, en start men met de verkoop van gehaktballen en kroketten om de omzet op te vijzelen. De drankprijzen verhogen stuit op taai verzet van de leden, die immers ook de huurders zijn die dat moeten gaan betalen!
De AMRO bank die ook in het gebouw zit -een echt multifunctioneel gebouw!- trekt er eind 1969 uit, maar is wel bereid tot half 1970 de huur te blijven betalen, waardoor het bestuur een eigen ruimte kan krijgen, of de fanfare. Maar de NMB-bank wil de kamer na half 1970 wel huren, zegt het bestuur: de huurinkomsten zijn hard nodig.
Men begint rond 1970 al te praten over nieuwbouw, zo’n succes is dit Dorpshuis! De ambities van Hoevelaken liggen hoog: het gemeentebestuur zegt naar een gemeente met 20.000 inwoners te willen, maar in het bestuur van De Stuw wordt gesteld dat een Dorpshuis voor 10.000 inwoners voorlopig genoeg is, als er architectonisch maar rekening gehouden wordt met verdere uitbreiding. De plannen voor de nieuwbouw zullen uiteindelijk pas in 1980 resulteren in een nieuw gebouw, met als uniek punt de schuilkelder onder het hele veelkantige gebouw.
Intussen moet men door met het veel te druk bezette oude gebouw, en het voortdurend overleg met alle leden-huurders. Het is een heel mooi voorbeeld van het ‘beoefenen’ van de gemeenschapszin. Bijv. de drankprijzen: ‘De raad van elf’ vindt dat De Stuw een sociale functie heeft, en de prijzen daarom niet te hoog mogen zijn. Het bestuur wil echter rekening houden met de horeca ter plaatse en de exploitatie-uitkomsten. In 1974 wordt de prijs van een fles wijn echter op voorstel van het bestuur verlaagd van 9 naar 7 gulden, ook weer onder protest van een enkel lid…
Veel jeugdgroepen gebruiken de zalen, maar die zijn daar eigenlijk niet passend voor, wat tot extra onderhoud leidt, en dus kosten. De Stuw neemt ook het padvindershuis Hiawatha buiten Hoevelaken dan maar onder zijn hoede, om meer flexibel te zijn.
Want ‘de jeugd’ geeft overlast; er is geluidsoverlast voor de buurt, en regelmatig moeten de beheerders tot diep zaterdagnacht werken om de zalen weer schoon te krijgen voor de kerkdiensten op zondagmorgen.
De jeugdsoos ‘Cerny’ wordt in 1972 lid, omgedoopt in ‘Hoevelakense jeugdsoos’.
Het is niet uit de stukken op te maken of het deze soos is, maar op een zaterdagavond in mei 1973 sluit de in 1972 aangetreden burgemeester F. Hoekstra (PvdA) een soos-avond, waarna een spontane ‘hearing‘ (echt een jaren ’70 term, ontstaan na de studentenrevolte in 1968) met de jeugd in het Gemeentehuis ontstaat, waarbij het college van B&W aanwezig is. Het is een uitbarsting die de frustraties van die jaren goed weergeeft[3]. En waar gaat het over? De totale exploitatiekosten incl. gebouwonderhoud voor 1975 zouden anno nu € 65.000 zijn, waarvan 25.000 euro gesubsidieerd wordt.
De nieuwbouwplannen komen niet verder omdat B&W eerst een visie op een nieuw centrum moet maken. Het gebouw wordt in de zomer van 1974 dan maar wat opgeknapt. Er moet ook een Culturele nota komen van B&W. De Gemeente wil via lidmaatschap wel in het bestuur van de Stuw komen, en zo medeverantwoordelijk worden, maar dat lukt dan weer niet, wegens het ontbreken van voldoende stemgerechtigden op de ledenvergadering…